belangrijk

Dutch

Etymology

From belang +‎ rijk.

Pronunciation

• IPA^(key): /bəˈlɑŋ.rɛi̯k/

• audio

  (file)

• Hyphenation: be‧lang‧rijk

Adjective

belangrijk (comparative belangrijker, superlative belangrijkst)

1. important

   Antonym: onbelangrijk

Inflection

Inflection of belangrijk
uninflected	belangrijk
inflected	belangrijke
comparative	belangrijker
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		belangrijk	belangrijker	het belangrijkst het belangrijkste
indefinite	m./f. sing.	belangrijke	belangrijkere	belangrijkste
	n. sing.	belangrijk	belangrijker	belangrijkste
	plural	belangrijke	belangrijkere	belangrijkste
definite		belangrijke	belangrijkere	belangrijkste
partitive		belangrijks	belangrijkers	—

Derived terms

• belangrijkheid
• levensbelangrijk
• onbelangrijk

Descendants

• Afrikaans: belangrik