beweerd

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)
  • Rhymes: -eːrt

Participle[edit]

beweerd

  1. past participle of beweren

Declension[edit]

Declension of beweerd
uninflected beweerd
inflected beweerde
positive
predicative/adverbial beweerd
indefinite m./f. sing. beweerde
n. sing. beweerd
plural beweerde
definite beweerde
partitive beweerds