op wieltjes

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

Literally, “on (small) wheels”.

Pronunciation[edit]

Prepositional phrase[edit]

op wieltjes

  1. Used other than figuratively or idiomatically: see op,‎ wieltjes.
  2. (colloquial, Netherlands) nominally belonging to a religion or denomination but nonpracticing.
    • 1990 October 2, “5 Jaar Evang. Gemeente”, in De IJsselbode, page 2:
      De één was heel erg actief op kerkelijk gebied, terwijl een ander getypeerd kan worden als "christen op wieltjes".
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2006, Annette Smith, Thuis in Ruby Praire, tr. by Petra Koopmans, Zomer en Keuning, →ISBN, page 73:
      Hij knipoogde. ‘Denkt u dat we nu ‘gelovigen op wieltjes’ genoemd kunnen worden?’
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2013, Diederick Klein Kranenburg, ‘Samen voor ons eigen’. De geschiedenis van een Nederlandse volksbuurt: de Haagse Schilderswijk, 1920–1985, Uitgeverij Verloren (1st ed.), →ISBN, page 110, quoting a man named Gillian.
      Het gevolg was dat ze met kerst van alle kanten een kerstpakketje kreeg. Ze zeggen wel eens: een katholiek op wieltjes. Nou mijn oma was nog veel erger.
      (please add an English translation of this quotation)