verdenkend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)

Participle[edit]

verdenkend

  1. present participle of verdenken

Declension[edit]

Declension of verdenkend
uninflected verdenkend
inflected verdenkende
positive
predicative/adverbial verdenkend
verdenkende
indefinite m./f. sing. verdenkende
n. sing. verdenkend
plural verdenkende
definite verdenkende
partitive verdenkends