voorbereidend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)

Adjective[edit]

voorbereidend (not comparable)

  1. preparatory

Inflection[edit]

Declension of voorbereidend
uninflected voorbereidend
inflected voorbereidende
comparative
positive
predicative/adverbial voorbereidend
indefinite m./f. sing. voorbereidende
n. sing. voorbereidend
plural voorbereidende
definite voorbereidende
partitive voorbereidends

Participle[edit]

voorbereidend

  1. present participle of voorbereiden

Inflection[edit]

Declension of voorbereidend
uninflected voorbereidend
inflected voorbereidende
positive
predicative/adverbial voorbereidend
voorbereidende
indefinite m./f. sing. voorbereidende
n. sing. voorbereidend
plural voorbereidende
definite voorbereidende
partitive voorbereidends

Anagrams[edit]