neergeslagen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • (file)

Participle[edit]

neergeslagen

  1. past participle of neerslaan

Declension[edit]

Declension of neergeslagen
uninflected neergeslagen
inflected neergeslagen
positive
predicative/adverbial neergeslagen
indefinite m./f. sing. neergeslagen
n. sing. neergeslagen
plural neergeslagen
definite neergeslagen
partitive neergeslagens