opnoemend

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Pronunciation[edit]

  • Audio:(file)

Participle[edit]

opnoemend

  1. present participle of opnoemen

Declension[edit]

Declension of opnoemend
uninflected opnoemend
inflected opnoemende
positive
predicative/adverbial opnoemend
opnoemende
indefinite m./f. sing. opnoemende
n. sing. opnoemend
plural opnoemende
definite opnoemende
partitive opnoemends

Anagrams[edit]