goudbruin

Dutch

Etymology

From goud +‎ bruin.

Pronunciation

• Audio

  (file)

Adjective

goudbruin (comparative goudbruiner, superlative goudbruinst)

1. golden brown

Inflection

Declension of goudbruin
uninflected	goudbruin
inflected	goudbruine
comparative	goudbruiner
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		goudbruin	goudbruiner	het goudbruinst het goudbruinste
indefinite	m./f. sing.	goudbruine	goudbruinere	goudbruinste
	n. sing.	goudbruin	goudbruiner	goudbruinste
	plural	goudbruine	goudbruinere	goudbruinste
definite		goudbruine	goudbruinere	goudbruinste
partitive		goudbruins	goudbruiners	—

See also

Colors in Dutch · kleuren (layout · text)

wit	grijs	zwart
rood; karmijnrood	oranje; bruin	geel; roomwit
groengeel/limoengroen	groen
blauwgroen/cyaan; groenblauw/petrolblauw	azuurblauw	blauw
violet; indigo	magenta; paars	roze