aanstrikken

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

Compound of aan +‎ strikken.

Pronunciation[edit]

  • IPA(key): /ˈaːnˌstrɪ.kə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: aan‧strik‧ken

Verb[edit]

aanstrikken

  1. (transitive) to secure by knotting, to put on by knotting
    • 1833, Christian Friedrich Gottlieb Thon, Volledig Onderwijs in alle Soorten van Afrigting van Honden tot de uitoefening der groote en kleine Jagt noodig, en om dezelven daarbij doeltreffend te gebruiken, tr. from German, J.G. Meijer (publ.), page 272.
      'Bij de dressuur of leiding des honds wordt dan de dresseerlijn aangestrikt.
      (please add an English translation of this quotation)
    • 2012, Jos Palm, Moederkerk. De ondergang van de roomse kerk, Uitgeverij Contact, →ISBN:
      Ze had zijn jasje nog een keer rechtgetrokken, zijn stropdas aangestrikt, de pluizen van zijn hoed geborsteld en hem op het hart gedrukt onderweg niet zijn vertrouwde sigaar te roken, want niet alle vrouwen hielden van die geur.
      (please add an English translation of this quotation)
  2. (transitive) to knot together
    • 1869, J. Schmal, Wat zult gij worden? Leesboek over handwerken en bedrijven, publ. by S. Folkers, page 68.
      Het geheel wordt met eene fraaie kant omgeven, in een trechtervormig wit papier gestoken en met een wit lint aangestrikt.
      (please add an English translation of this quotation)

Inflection[edit]

Conjugation of aanstrikken (weak, separable)
infinitive aanstrikken
past singular strikte aan
past participle aangestrikt
infinitive aanstrikken
gerund aanstrikken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular strik aan strikte aan aanstrik aanstrikte
2nd person sing. (jij) strikt aan strikte aan aanstrikt aanstrikte
2nd person sing. (u) strikt aan strikte aan aanstrikt aanstrikte
2nd person sing. (gij) strikt aan strikte aan aanstrikt aanstrikte
3rd person singular strikt aan strikte aan aanstrikt aanstrikte
plural strikken aan strikten aan aanstrikken aanstrikten
subjunctive sing.1 strikke aan strikte aan aanstrikke aanstrikte
subjunctive plur.1 strikken aan strikten aan aanstrikken aanstrikten
imperative sing. strik aan
imperative plur.1 strikt aan
participles aanstrikkend aangestrikt
1) Archaic.